ECHTELD

ECHTELD, gem. in de Neder-Betuwe, prov. Gelderland, distr. Nijmegen, kw., arr. en kant. Tiel (6 k. d., 24 m. k., 9 s. d.) ; palende N. aan de Linge en aan de gem. IJzendoorn, O. aan Dodewaard, Z. aan de Waal, W. aan Tiel.
(Bron: van der AA, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, 1845)

Beschrijving	Afbeelding
De speeltuin van ‘Tetteroo’ aan de stationsweg nummer 4 in Echteld, menig uitstapje met de kinderen werd hier naar toe ondernomen.
Café “De Vogelenzang” aan de Meersteeg, op de voorgrond zie je nog net de brug.
Jan Willem Staal, ‘de Marskramer’ genoemd, hij ging met zijn waren langs de huizen en verdiende daar de kost mee.
Zo werden vroeger de hoogstamboomgaarden met vergif bespoten. Als je tegen de wind in stond te spuiten kreeg je de volle lading in je gezicht wat erg ongezond was.
Het met de hand melken van de koeien. De melk werd in de teems gegoten, dit was een trechter met een wattenfilter en stond op de melkbus om alle ongerechtigheden uit de melk te zeven. Met de melkkar werd daarna de melk mee naar huis genomen.